Wie een individualistische samenleving ziet, ziet spoken

Wie een individualistische samenleving ziet, ziet spoken

13 januari 2020 - Mensen die beweren dat we in een individualistische samenleving leven waar gemeenschapszin steeds verder afbrokkelt, zijn pessimisten zonder realiteitsbesef. Columnist Richard Engelfriet schetst – midden in het debat over de toekomst van de zzp-markt – een ander perspectief.

 

Meer saamhorigheid in samenleving dan cijfers laten zien, interessant!" 

Jelle J. de Boer | manager BVIK


Sprekers op congressen vinden vaak dat het tijd is om hun publiek wakker te schudden. Er is meestal allerlei onheil op komst waar een antwoord op moet komen. Eén van de bekendste vormen van onheil is het toenemende individualisme. Waren werknemers vroeger nog brave medewerkers die gewoon deden wat ze moesten doen, nu zijn het hyperindividualisten die hun eigen belangen boven die van de organisatie stellen. Vooral de jonge generatie millennials zou zich hieraan schuldig maken.

Het klinkt natuurlijk allemaal hartstikke interessant, maar in de praktijk is het gebakken lucht. Andries van den Broek promoveerde op het thema en noemt het ‘empirisch te weerleggen’ dat grote generatieverschillen bestaan. Millennials, generatie X en Y, babyboomers, ok-boomers of welke stickers de motivatiemaffia op uw volgende congres weer heeft bedacht: vooralsnog is het borrelpraat.

Dat geldt ook voor de stelling dat onze samenleving steeds individualistischer zou zijn. Het grootschalige en longitudinale (moeilijk woord voor ‘we hebben meer dan één meetmoment’) onderzoek European Value Study zoekt al sinds de jaren zeventig naar een verandering van onze waarden. En wat blijkt? Door de jaren heen willen de meeste mensen gewoon een partner, kinderen en een leuke baan. We geven om de mensen om ons heen en maken ons onverminderd druk om de wereld.

Selectief wegzwijmelen met touwtjes uit brievenbussen

Mensen die roepen dat de wereld steeds individualistischer zou worden, doen dat louter op basis van selectieve anekdotes. Lekker wegzwijmelen met Jan Terlouw en zijn verheerlijking over de tijd dat er touwtjes uit brievenbussen hingen, maar geen melding maken van de enorme daling van de criminaliteit. Roepen dat de kerken leeglopen zonder de aantallen mensen te noemen die samenkomen bij concerten, sportwedstrijden en festivals. Op de proppen komen met cijfers over echtscheidingen, maar niet vermelden dat tot 1991 verkrachting binnen het huwelijk legaal was in Nederland. Zeggen dat ‘we’ geen oog meer hebben voor elkaar, terwijl ‘we’ massaal in actie komen voor nagellakheld Tijn, tegen zinloos geweld en dat ondernemers honderden miljoenen ophalen met crowdfunding. Scheldkanonnades op Twitter zien als teken van verloedering, maar vergeten dat een jonge actrice in 1983 geen #metoo had. En hoe vaak fietsten we in de jaren zestig tegen bergen op om geld in te zamelen tegen kanker?

Sommigen maken het nog bonter. Onlangs hoorde ik op een congres iemand verklaren dat er momenteel meer kindermisbruik zou zijn dan vroeger, omdat er nu minder sociale cohesie zou zijn. Bij navraag bleek de beste man zich niet te baseren op cijfers, maar enkel op de valse nostalgie dat vroeger iedereen elkaar zo fijn in de gaten zou houden. Dat kinderarbeid vroeger doodnormaal was, dat kinderen zowel thuis als op school geslagen werden en dat vaders en pastoors die zich aan kinderen vergrepen juist hun gang konden gaan omdat iedereen de vuile was bínnen liet hangen, bleef onvermeld.

Natuurlijk is de samenleving veranderd. De tijd dat je uitsluitend vrienden kon maken met de mensen die je aan de dorpspomp tegenkwam, is voorbij. Net zoals de tijd dat je een groot probleem had als je vader timmerman was, maar jij liever voor de klas wilde staan. Of dat je als vrouw automatisch werd ontslagen als je ging trouwen. Maar zo eenvoudig als het is om het aantal vrouwen die een hoofdrol hebben in een film te vergelijken tussen 2002 en 2018 (spoiler alert: het gaat de goede kant op), zo moeilijk is het om een gedegen uitspraak te doen over de vraag of al die veranderingen onze samenleving nu meer of minder individualistisch hebben gemaakt.

Pessimisten zonder realiteitsbesef

Mensen die beweren dat we in een individualistische samenleving leven waar gemeenschapszin steeds verder afbrokkelt, zijn daarmee pessimisten zonder realiteitsbesef. Ze zien spoken. En dat geldt ook op het werk. De tijd dat een corpulente baas met een dikke sigaar aan medewerkers vertelde dat ze vandaag niet nodig zijn en naar huis mogen, ligt ver achter ons. Tegenwoordig zijn er zelfs bedrijven die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aannemen zonder dat ze hoeven te solliciteren. Hoe sociaal wil je het hebben?

Mocht er nu stoom uit uw oren komen omdat u toch heel graag in het individualisme-spook wilt blijven geloven, dan heb ik goed nieuws voor u: uit onderzoek blijkt dat er steeds meer saamhorigheid is onder verstokte doemdenkers.


Bron: ZiPconomy